Jaime Martijn Knihy

Howard Alan Treesong is een van de vijf Duivelsprinsen, de weergaloze misdadigers op wie Kirth Gersen al twintig jaar genadeloos jacht maakt. Op vier van zijn aartsvijanden heeft hij zich al gewroken. Howard Alan Treesong moet zijn laatste slachtoffer worden... Niet voor niets is Treesong de enige Duivelsprins die nog leeft. Attel Malagate, Kokor Hekkus de Moordmachine, Viole Falushe, Lens Larque - stuk voor stuk waren ze almachtig, ongrijpbaar, onvindbaar, bedreven in het ontwijken van ongewenste aandacht. Maar Treesong overtreft zijn voormalige bondgenoten honderdvoudig. Malagate de niet-menselijke Sterrekoning, Kokor Hekkus de onsterfelijke hormagaunt met duizend gezichten, Viole Falushe de vileine sybariet met zijn Paleis van de Liefde, de grillige Lens Larque met zijn grandioze grappen - Treesong is veel meer dan zij, veel gevaarlijker: Treesong schijnt niet een enkel persoon te zijn, maar zeven incarnaties te bezitten. Heeft hij ook zeven levens? Het lijkt erop... Zijn macht reikt veel verder dan die van de andere prinsen van het kwaad, wier waanzinnige ambities vergeleken met Treesongs plannen nog bescheiden waren... En welke rol speelt het sinistere Instituut, met zijn koninklijk onverschillige Genoten, die overal in het immense heelal een duistere invloed uitoefenen? Zou Gersen erin slagen ook deze vijfde, superbegaafde Prins van de Misdaad te overwinnen? Het lijkt ondenkbaar...

Bevat:Freitzkes beurt (Freitzke's turn, 1977)De spectaculaire sardines (The sub-standard sardines, 1949)Ik bouw uw droomkasteel (I'll build your dream castle, 1947)Kruistocht naar Alambar (Crusade to Alambar a.k.a. Overlords of Maxus, 1951)Sabotage op de zwavelplaneet (Sabotage on sulfur planet, 1952)Recht vooruit (Dead ahead a.k.a. Ultimate quest, 1950)

Het boek bestaat uit drie min of meer losstaande verhalen: De Murthe. De magiër Rhialto, van het eenentwintigste aeoon, geraakt in een ongedurige stemming en wordt tijdens een boswandeling “beskwalmd” door een vrouw die hij ergens aan een meertje ziet staan. Faders Vlaag Om ongelukken te voorkomen was het restant aan magiërs dat in het eenentwintigste aeoon nog over was, overgehaald om zich te houden aan een code, die vastgelegd was in een optisch prisma, het zogenaamde perciplex, dat ondergebracht was in een ruimte op een winderige bergtop, genaamd “Faders Vlaag”. Door verveling, of door boosaardigheid, beging een magiër soms een overtreding ten aanzien van de code. Morreion Xexamedes, een aartsvoult afkomstig uit een eerder aeon, wordt betrapt bij het uitgraven van gentiaanwortels. Hij wordt gevangengenomen en zijn magische IOUNstenen worden onder de leden van het tovenaarsconclaaf verdeeld.

Een argeloze toerist komt in grote moeilijkheden als hij een complot ontdekt op een planeet waar iedereen in naam gelijk is.